WASMODELLEN VAN KLOKJES |
|
|
De hoogte van de klokjes zonder ophangoog
en kroon is 4, 5, 6, en 6 cm. Eerst zijn de klokjes met klei geboetseerd en daarna
in gesmolten was gedompeld. De klei is verwijderd en de klokjes zijn nog een keer
gedompeld voor een gladde binnenkant. |
|
|
In de klokjes worden klepels opgehangen.
Het ophangoog in een klok is altijd van ijzer. Ijzer heeft een hoger smeltpunt, dan
brons en smelt dus niet bij het gieten. Als ophangoogjes zijn kleine ijzeren krammen
in de was gedrukt. |
|
|
Het eerste klokje is van klei gemaakt
en in was gedompeld. Het driehoekige en vierkante klokje zijn met was geboetseerd. |
|
|
Het torenklokje, het zeskantige klokje
en het hutklokje zijn met was geboetseerd. |
|
|
Het hoedklokje en het tulpklokje
zijn met was geboetseerd. |
|
|
|