De Wegewaert-klok werd
in opdracht van het gemeentebestuur van Den Haag gegoten als Heel-uurs Slagklok,
die C klinkt en 4800 ponden moest wegen. Omgerekend weegt de klok 2320 kg en heeft
een diameter van 164 cm.
Als randschrift staat op de klok:
PRAETOR. CONSULES. SYNDICUS. HAGIENSIS. COENRAET. WEGEWAERT. MEFECIT HAGAE. COMITIS
ANNO. DOMINI. 1647
Schout Burgemeesters en Raed van 's Gravenhage.
Coenraet Wegewaert heeft my gemaekt in 's Gravenhage, in het Jaer onzes Heeren, 1647
Coenraet Wegewaert, Geschut - en Klokgieter Landsgeschutgieterij Den Haag
Coenraet werd na de dood van zijn vader de directeur van het familiebedrijf dat bloeide
als nooit tevoren. Hij werd in een genealogie uit de 17 de eeuw omschreven met de
woorden 'in leven meester grofgeschutgieter van de generaliteyt', waaruit opgemaakt
mag worden dat hij opdrachten van de Staten-Generaal kreeg. Coenraet Wegwaert stierf
in 1669.
In de Tweede Wereldoorlog werden veel klokken uit kerktorens geroofd en werden omgesmolten
in Hamburg. De Wegewaert-klok, vonden de Duitsers kennelijk te klein, deze is de
hele oorlog op zijn plaats gebleven.
De grootste 4 klokken hangen op de luidzolder, een paar etages onder de spits. Dit
zijn Jhezus (1541) en 6000 kg, Salvator (1547), Jacob (1570), Wegewaert (1647). De Jacob werd geroofd en afgevoerd om omgesmolten te worden, maar zat in het gezonken schip 'Hoop van Zegen' en kwam terug.
De klokkenroof in de Tweede Wereldoorlog.
In 1940 hingen in Nederland 9000 luid- en speelklokken, waarvan in de Tweede Wereldoorlog
4660 verloren gingen. De Nederlandse klokken belandden vrijwel alle in twee fabrieken
in Hamburg. Daar werden ze eerst stukgeslagen om vervolgens langs electrolytische
weg tot maagdelijk koper en tin te worden omgesmolten.
Monumentale klokken, de zg. M-klokken bleven lang behouden. In het najaar van 1944
werden de M-klokken alsnog gevorderd en opgeslagen in Leerdam. In december 1944 werden
zo'n 226 klokken uit de opslagplaats in Leerdam weggevoerd, waaronder ook de klok
van Coenraet Anthonisz.
Om de klokken naar Duitsland te vervoeren werd het klipperschip "Hoop op Zegen"
gevorderd.
In de nacht van 6 januari 1945 voer het klokkenschip over het IJsselmeer langs Urk.
Daar liep de klipper vast op de beruchte ondiepte De Vormt. De Duitsers gaven de
Urker firma Hoekman en Zonen opdracht om het schip te bergen. Maar zij saboteerden
dit door met sleepboten de bolders, een soort trekhaken van een schip, ervan af te
trekken waardoor het schip niet meer weg kon. Na de bevrijding werd de kostbare lading
alsnog geborgen.
Na de oorlog kon het schip worden gelicht en werden de klokken teruggegeven aan de
oorspronkelijke eigenaren.
De klok van Coenraet Wegewaert uit 1647 werd in Duitsland teruggevonden en teruggebracht naar Den Haag.
In 1948 kwamen 1,2 miljoen kg gebroken klokken uit Hamburg terug naar Nederland.
Dat klokkenbrons kon worden gebruikt voor het hergieten van een heleboel klokken. |